Ufo’s bestaan gewoon (Coen Vermeeren)

Technologie Weinig Bewust Van Bestaansgrond.
Technologie weinig bewust van  bestaansgrond!

 lezing 18 sept.   Ufo’s bestaan gewoon.  Spreker en auteur  Coen Vermeeren

 voor   Euroster Rotterdam.

Impressie door Ida Lamers-Versteeg. www.idalamersversteeg.nl

And suddenly it settled in, a visceral moment of knowing that the molecules in my body, the molecules in the spacecraft, and the molecules in my partners had been prototyped and manufactured in an ancient generation of stars. It was not an intellectual realization, but a deep knowing that was accompanied by a feeling of ecstasy and oneness that I had never experienced in that way before. https://www.youtube.com/watch?v=8d56dwSm2YQ             Cit.: Edgar Mitchell (maanreiziger 1971)

:…ik realiseerde me….dat alle moleculen in mijn lichaam, in ons ruimtevaartuig  en in  mijn partners, in oude generaties sterren zijn gegenereerd… Het was geen intellectuele realisatie..maar een diep weten, begeleid door  een gevoel van extase en eenheid dat ik nog nooit had ervaren…  Later ontdekte ik dat dit in alle aardse culturen voorkomt….men noemde het oa. samadhi…

Ufo’s bestaan gewoon.

De lezing van  18 september  2015 was een succes, naast  onze eigen Eurosterren  waren er veel   belangstellenden voor de lezing van   Ir. dr. Coen Vermeeren  met als onderwerp zijn boek  dat  in z.g. wetenschappelijke kringen gevoelig ligt.  Vermeeren is lucht- en ruimtevaartingenieur en heeft reeds vele jaren voor  het  Delftse Studium Generale contacten georganiseerd tussen  wetenschappers van verschillende disciplines.

Als kind was hij  gefascineerd door  harmonieuze structuren  in o.a. klassieke muzikale composities en ook in de de bewegingen van hemellichamen.  Later kreeg hij belangstelling voor ruimtevaart en technologie.  Maar  aan de TU Delft raakte hij verwonderd over  de  eenzijdigheid van de  daar heersende  instrumentele  blik op de werkelijkheid.  Technische mogelijkheden leiden vaak tot situaties en toepassingen die  niet meer in de hand  kunnen worden gehouden.  En zoals hij ook opmerkt :    “zeker als daar nog eens megawinsten kunnen worden gemaakt. Slachtoffer s zijn in alle gevallen mens, dier, plant en planeet” .  Vermeeren raakte, evenals destijds wiskundig genie  Christaan Huygens,  de  hierboven geciteerde maanreiziger Edgar Mitchell en vele anderen,  ervan doordrongen dat niet alleen de planeet Aarde met  intelligent leven kan zijn begiftigd.

Sterker nog,  het zou best kunnen zijn dat  intelligent  leven op Aarde  nog in een embrionaal stadium is.  Er  valt  nog  ongelofelijk veel  te  ontdekken en onderzoeken.

 Mits……

Mits echter  het  Aardse intelligente leven  tijdig  de kans krijgt zich aan de dreiging van zelfdestructie te onttrekken. Zelfdestructie  is helaas  inherent  is  aan een te  eenzijdige  wereldvisi e  waarin elke notie omtrent  een  diepere  samenhang  ontbreekt.   Eenzijdige  technologische ontwikkeling  zonder verdere geestelijke ontwikkeling is  even  levensgevaarlijk  als oorlogstuig  in  handen van  kinderen.  Of zoals Einstein eens opmerkt: ‘’technische vooruitgang is als een bijl in handen van een ziekelijke crimineel”.

Vermeeren voelde zich  moreel verplicht,   een poging te wagen een evenwichtiger  balans te initieren  tussen de  theoretische  en intuitieve creatieve   kanten van  het intelligentie reservoir  dat  deze Aarde rijk is.  Natuurlijk werd  zijn poging  als  pseudowetenschap afgeschilderd door  skeptische denkers die vol  spot zijn werk  van commentaar voorzagen.

Intussen heeft  Vermeeren  een belangrijk  punt.  Technologische ontwikkeling  ontbeert helaas maar al te vaak  geestelijke ontwikkeling.   Gewapend met  geavanceerd  technisch vernuft  wordt met puberale  overmoed   de oceaan  leeg  gevist, het regenwoud tot timmerhout,  de dampkring en  de ruimte daarbuiten  tot  afvalbakken,   etc.  Intussen  hoopt men in de ‘nabije’  buitenaardse  omgeving  “bruikbare” grondstoffen,  mogelijk  primitieve levensvormen en zelfs leefruimte voor Aards  intelligent leven aan te treffen.

Buitenaardse bijsturing?

Vanuit  een veelal  eenzijdige  antropocentristisch instrumentele  blik op het Universum verzetten veel  wetenschappers  zich tegen de hypothese  dat niet alleen de Aarde het monopolie heeft op intelligent leven.  Op grond van thans bekende natuurwetten is het in hun ogen onmogelijke  dat  buitenaards intelligent leven contact  kan leggen met de Aarde en in staat zou kunnen zijn onze Aarde te verkennen of  zelfs te bezoeken en in enigermate te  beinvloeden.  Het is voor hen totaal  ondenkbaar dat  de snelheid van het licht geen onoverkomelijke tijdsbarriere vormt  om  signaal- en energievormen  astronomische  afstanden  te doen  afleggen.

Maar toch  zijn  er  ook wetenschappelijk gevormde  waarnemers die zo een hypothese niet  bagatelliseren. Zij nemen die hyptothese serieus.  Dat  doen  zij op  grond van  door hen zelf waargenomen onbekende  vliegende objecten,  die men Ufo’s noemt.  Aan die wetenschappelijke waarnemers, hun rapporten, onderzoeken, de mede- en tegenwerking die zij ondervonden  en de broodnodige geestelijke ontwikkeling die  Aards intelligent leven nodig heeft om te kunnen overleven,  wijdt Vermeeren zijn  boek ‘Ufo’s bestaan gewoon’.

Vermeeren had liever  een nog kortere titel gegeven aan zijn boek:  ‘ Ufo’s bestaan, punt uit’. Want onbekende vliegende  objecten werden en worden waargenomen.   Hoogopgeleide,  getrainde en zeer professionele deskundigen, zoals astronauten, piloten en hoge militairen, allen hebben  onbekende  objecten waargenomen.  De status, kennis en ervaring van dit  type  waarnemers vraagt dus om serieus  wetenschappelijk onderzoek naar de aard en  herkomst van deze ufo’s.

SETI.

Vermeeren weet zeker dat deze waarnemers  niet naief of bijgelovig zijn. Zij dienen  zeer zeker serieus  worden genomen. Hetgeen ook gebeurt. Zo  zijn onderzoekers verbonden aanhet  z.g. SETI  project ervan overtuigd dat  sterren nu eenmaal planeten hebben. Het is niet ondenkbaar dat  op een zeer klein aantal van die planeten primitief leven mogelijk is.  http://www.seti.org/node/647?gclid=CO-HtaeOmskCFdQaGwodqCMGuw

De waarnemers die Vermeeren beschrijft zijn  stuk voor stuk zeer op de hoogte van  de tot op heden ons bekende natuurwetten.  Zij hebben uitgebreide kennis van   atmosferische-  en buitenatmosferische verschijnselen, de lichtsnelheid en  de  intergalactische afstanden. Ook zijn ze goed op de hoogte van politieke tegenstanders en  spionagemethoden. Ze zijn ook  niet onwetend omtrent de feibaarheid  van subjectieve waarneming.  Maar anders dan hun skeptische  collega’sluiten zij zich niet af voor het onbekende, ook niet als het onbekende vliegende objecten zijn.

Voor hen  was en is het  belangrijk te onderzoeken of die wel waarneembare maar vooralsnog zeer  onbekende vliegende objecten te maken zouden kunnen hebben met  buitenaardse Intelligent leven.

Wellicht  zijn de thans  bekende wetten voor  signaal- en energieoverdracht  aan revisie toe?

Tenslotte, zo zegt Vermeeren, zou men in de 16e eeuw  op de brandstapel zijn gekomen  door met een een mobiele telefoon te staan belllen.  Wetenschap staat niet stil.  Wat nu ondenkbaar is kan morgen gemeengoed zijn.  Wellicht is buitenaardse intelligentie superieur aan het Aardse ? Wellicht is er heel wat mis met onze  verhouding tot het Universum?  Wellicht leert Aardse intelligentie open te staan voor een meer evenwichtige verhouding tot  het Universum? Wellicht leert Aardse Intelligentie  die verhouding   te begrijpen en haar denken en doen daarmee  in balans te krijgen?

Intussen is er veel onderzoek gedaan en nog te doen, hoewel  de  weerstand in  wetenschappelijke  kringen  groot is.  Maatschappelijk lijkt het erop dat kostbaar onderzoek naar buitenaardse intelligentie  niet  relevant is. Immers  op Aarde zijn  problemen genoeg. Honger, armoede, oorlog,  uitbuiting, terrorisme, enz…

 Ironisch genoeg komen die problemen juist  voort uit  geestelijke onvolwassenheid.   

 Aardse intelligentie  is in evolutie als  levensvorm onder de vele vele levensvormen, elk zijn rol spelend in  de evolutie van het leven.   Wellicht geeft dit  inzicht ruimte om de samenhang te ervaren, te begrijpen en ernaar  te handelen.   Wellicht is het ooit mogelijk om  in  harmonie  te  leven binnen psychische,  sociale, ecologische en  kosmologische  structuren.

Technologie  meer bewust van haar bestaansgrond?

In de  vele oude culturen, waarover  Mitchell  sprak,  was het  niet primair  technologische ontwikkeling  die   innerlijke harmonie  en  compassie   teweeg bracht.   Plotselinge  eenheidservaring  is van alle tijden.  Het doet egogrenzen   verdwijnen  in een  “onbegrensde  Eenheid”.   Het was die zelfde   eenheidservaring,  waar ook Mitchell van sprak . Een ervaring  die  Aardse intelligentie  tot verdere ontwikkeling kan  bijsturen?!

http://www.documentairenet.nl/review/het-overview-effect-het-effect-op-astronauten-die-terugkeren-uit-de-ruimte/

In that instant, I knew for certain that what I was seeing was no accident. That it did not occur randomly and without order. That life did not, by accident, arise from the primordial earthly sea. It was as though my awareness reached out to touch the furthest star and I was aware of being an integral part of the entire universe, for one brief instance. Any questions that my curious mind might have had about our progress, about our destiny, about the nature of the universe, suddenly melted away as I experienced that oneness. I could reach out and touch the furthest parts and experience the vast reaches of the universe. It was clear that those tiny pinpoints of light in such brilliant profusion were a unity. They were linked together as part of the whole as they framed and formed a backdrop for this view of planet Earth. I knew we are not alone in this universe, that Earth was one of millions, perhaps billions, of planets like our own with intelligent life, all playing a role in the great creative plan for the evolution of life.    (cit. Edgar Mitchell.)            

drs. I.C.J. Lamers-Versteeg  (filos)